XX

XX
fernand léger - city - 1919

woensdag 3 september 2014

tante Lily, haar secretaris en het lunchpakket voor in het weekend

  kameraatje Dd
parels boeien mij vanwege de diepte van het juweel, tante Lily evenwel had zg. wilde parels, dat is gebleken andere koek te zijn dan java wafels, of ik het nu goed doe vertelt het verhaal niet dan in de goede afloop die te hopen valt en niets meer dan dat vandaag, wat tante Lily met mij in mijn kroonjaar heeft uitgespookt dat weet ik werkelijk niet heel goed te vertellen dan dat zij uit de Nederduitse Bijbel de zege van Benjamin aan mij gelezen heeft, ik had daar hevige moeite mee en moest mijn lachen bedwingen tot pijn in de kaken toe, immers zo had ik alreeds lang tevoren mogen horen ik had die van Joseph wel verdaan dienen mogen// ons rest nu slechts het verhaal der Targui en de harems van de Sahara, ik geloof dat niemand na mij de verhalen nog heeft mogen horen of lezen, gedurende mijn dienst aan tante Lily, om tien?, heeft tantetje veel papier weggedaan// uiteindelijk zijn aunty Lily en haar secretaris gestrand op het Cimétière des Princesses in de ongetwijfeld boeiende havenstad Algiers, tantetje kreeg namelijk vanwege haar secrétaire een financieel vraagstuk aangereikt, ik beheerde in die jaren 4 verschillende bankvestigingen waaronder de Stadsbank van Amsterdam en de Postbank, als ik het dan moet bekennen, mijn actie te Algiers was bedoeld als een defensieve daad uit eigenbelang bekend ten behoeve van de belangen aangetroffen in de oude stad van het grote Algiers, wij konden het verhaal daartoe goed volgen vanuit de Vondelstraat, en heus, het is dat ik tante Lily zo vreselijk naderhand heb gehaat maar deze plotselinge vertoning van aanhankelijkheid is werkelijk wat ik naar inzicht posthuum aan Lily verplicht ben, ik kreeg ook tekenles op zaterdagmorgen van de kunstenares, en ik kwam ook wel na een uitnodiging zomaar op de thee, "with the dash of  scotch", zij stelde altijd zeer veel prijs op de nieuwtjes van haar kant besproken tijdens de conversatieles, het geluk daarover was geheel aan mijn kant want zelf zei ik in die jaren helemaal geen woord//stichting Lily
fotograaf: roger delporte                 

// ten tijde dat ik haar secretariëerde kreeg ik 4 bruine boterhammen voor de arbeid en één warme maaltijd per week, Lily ging ervan uit dat ik mijn salaris van de gemeenschap kreeg middels mijn bijstandsuitkering die in die jaren ruimhartig werd verstrekt na Koninklijk Besluit, tantetje trachtte die jonge man wat beter te doorzien maar zij week in geen geval van haar principes af, van leren kennen was toen al geen sprake meer, die fase sloeg Lily doorgaans over, zij kwam eens bij een voorstelling in de Stadsschouwburg in een verder geheel lege zaal naast mij zitten op het balkon met al haar gouden kettingen en ringen aan, het was alsof er klokjes luidden over mijn weerbarstig hoofdhaar heen, zo leerden wij elkander kennen meen ik thans, zij noodde mij vervolgens op de thee om vier en verstrekte mij conversatie waar ik nog nooit van had gehoord, Lily kende een bijzondere wijze van omgaan met geld en goed waar zij nimmer van heeft gesproken dan in de zin: "alles in het leven moet betaald", toen ik mijn bezigheden met haar bedreef was tantetje bijna geheel blind geraakt, des zondags verscheen zij soms op het balkon in haar mooiste blauwe katoen japon met witte kant afgezet als ik bij haar aanbelde/ ergens in die late maanden van Juliana koningin's regering is mijn vader verschenen in het woonatelier aan de Vondelstraat terwijl ik naast Lily aan haar bureau tafel zat met haar papieren in de hand, en keek mij eens heel goedkeurend aan//hoe het ervan kwam herinner ik mij niet bepaald, het gesprek waarin ik mij meestal met intriges in mijn woorden uitte kwamen wij terecht bij Mayerling en een zekere Wallace Lee Lewis, ik werd steeds enthousiaster maar wist niet dat Lily 'haar' Limousin achter de hand had gehouden voor het geval dát.../wél vertelde Lily mij dat ik nooit zou kunnen werken, voor het overige bleek ik in ieders ogen een mislukte mens te zijn//het moet in die tijd geweest zijn dat zomaar Joseph Luns mijn nederige zolder étage betrad, hij bleek enthousiast over de plannen waarvan hij had vernomen en wel ingenomen met mij, hij sprak: "een beeldend kunstenaar", waarbij hij breed glimlachend zijn ogen wijd open sperde//ik begreep wel wát/
//van tantetje heb ik twee adelsbrieven geërfd, waarvan ik er een vanwege mijn zinnen erop gewoon gekregen heb terwijl tantetje lachte in haar vuistje, de rechten werden misschien bij leven overgedragen, gegeven wie het zich wil bevragen, op het schilderijtje is geschreven de latijnse spreuk aan het wapenschildje toegevoegd: "festina lente", wat betekent: klein feestje, het bezit van het wapen heeft mij helaas naderhand veel geld gekost en buitensporige gedragingen aangeleverd, vooral vanuit den Romanie bleek er groot enthousiasme, dat is het verleden van een huisje met een kruisje dat ten hemel gisteren voer, hoe een mens de eeuwige jeugd verkrijgt? Ik acht het niet onmogelijk dat ik ook in mijn dromen de Levant bevoer, men verkrijgt een bijzondere beleving van elke landschappelijkheid wanneer men zo nauw samen heeft gewerkt met een globetrotse woestijnrattin die geboren is in Medan Sumatra//Acchilleo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten